De komst van vluchtelingen en andere migranten naar Europa is een veelbesproken onderwerp. Men is voor of tegen het toelaten van meer mensen, men ziet graag deze of gene randvoorwaarden. Momenteel, kort na de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump, is er veel tegengeluid van mensen die vluchtelingen en andere nieuwkomers zien als bedreiging voor de Nederlandse, Franse, Duitse (enzovoort) identiteit, vanwege hun andere religies en culturen. Zij vrezen dat de migranten banen en woningen inpikken van de autochtone bevolking en criminaliteit meenemen naar onze landen.
Hebben deze mensen gelijk, kloppen de gevaren die zij zien?
Dat zou heel goed kunnen, de gevolgen van de komst van migranten waar sommigen voor vrezen zijn voor een deel al realiteit of kunnen dat worden. Ik wil daar echter niet de conclusie aan verbinden dat we daarom dus tegen de komst van migranten moeten zijn.
Waarom zijn er nu zo veel vluchtelingen en andere migranten op de been?
Uiteraard zijn er de feitelijke oorzaken, zoals oorlog, honger, armoede en de hoop op een beter leven. Maar er is ook een spirituele oorzaak: als iedereen op aarde keurig in zijn eigen land zou blijven zitten met z’n eigen cultuur, religie, economie en politiek systeem leren we niets nieuws en blijven we stilstaan. Niet balans, maar disbalans leidt tot groei. De komst van vluchtelingen is dus iets om samen van te leren. Kennelijk is de tijd daar nu rijp voor, gezien de vele migratiebewegingen wereldwijd.
Kunnen we Nederland niet gewoon laten zoals het was, zonder al te veel migranten?
Het veilige, goed georganiseerde Nederland van na de Tweede Wereldoorlog is ons bekend: we hebben dit opgebouwd en enkele decennia mogen ervaren. Tijd dus om ons weer verder te ontwikkelen. Ik kan me best voorstellen dat sommige mensen hier moeite mee hebben en alles liever bij het oude willen houden. Dat lijkt me echter niet wenselijk. Vergelijk het met een schoolklas: het was erg fijn in de derde klas, we hebben veel geleerd, we voelden ons er prettig en hadden aardige docenten. Maar nu is het derde leerjaar ten einde en gaan we door naar het vierde leerjaar. De lesstof wordt moeilijker, we krijgen met nieuwe werkvormen te maken, we moeten naar een ander gebouw, we kennen de docenten nog niet… Best spannend dus, maar geen reden om dan maar in de derde klas te willen blijven.
Daar komt bij dat het verlangen naar vroeger te ver door kan slaan. Het gevaar bestaat dat veranderingen – zoals de komst van migranten – tot effect hebben dat we ons terugtrekken in onze schuttersputjes en ons afscheiden. Of dat we in de aanval gaan, via harde taal, fysieke confrontatie en wetten ten voordele van de autochtonen en ten nadele van de nieuwkomers. We zouden dan kiezen voor achteruitgang en angst. Laten we juist vooruit kijken. Die nieuwkomers zijn er nu eenmaal, mét alle bijbehorende vraagstukken en uitdagingen.
Wat hebben wij als Nederlanders te leren van de komst van migranten?
Door de botsing tussen ons vertrouwde leven en de nieuwkomers die van alles (leuk en niet leuk) met zich meebrengen ontstaan er leermomenten. Zo kan het heel interessant zijn om via migranten andere culturen of religies te leren kennen, dit verbreedt ons wereldbeeld. Maar, het is helemaal niet leuk als je al lang op een wachtlijst voor een woning staat of al een tijd aan het solliciteren bent en een vluchteling heeft eerder een huis of een baan dan jij. En natuurlijk is het ook niet prettig als je bestolen of aangerand wordt door een migrant. Dergelijke gebeurtenissen maken ons niet blij, maar zetten ons wel aan het denken. Neem het voorbeeld van de woning: hoe willen we omgaan met onze eigen behoefte aan een andere woning en de behoefte van een vluchteling aan een woning? Hoe gaan we om met de discrepantie tussen ons eigen belang en onze ethische of morele waarden? Of neem het voorbeeld van aanranding: hoe willen wij er in Nederland mee omgaan als buitenlandse mannen andere ideeën dan wij hebben over de behandeling van vrouwen? Kortom, de komst van migranten nodigt ons uit tot bezinning, zowel op individueel niveau als op de schaal van families, scholen, bedrijven, sportclubs en geloofsgemeenschappen tot aan de lokale en landelijke politiek. Werk aan de winkel dus!
Moeten we dan alles maar als makke schapen accepteren?
Het lijkt me niet goed als we alles wat de vluchtelingen en migranten naar Nederland meebrengen klakkeloos accepteren en ons volledig aanpassen. Natuurlijk hebben we in Nederland bepaalde gewoonten, vrijheden en normen en waarden die voor ons belangrijk zijn. Die hoeven we niet ineens bij het oud vuil te zetten. Op sommige punten kunnen we wat toegeeflijker zijn en op andere punten blijven we op onze strepen staan en leggen we duidelijk uit waarom. Door op een gelijkwaardige manier in gesprek te gaan met de nieuwkomers, met hun én ons belang voor ogen (win-win) kunnen we samen tot goede oplossingen komen.
Wat zijn eigenlijk de te leren lessen voor de vluchtelingen en andere migranten?
Ook de nieuwkomers zijn klaar voor de volgende ‘schoolklas’. Zij worden aangezet tot (zelf)reflectie en het maken van keuzes. Wat is er in hun eigen land aan de hand, waarom hebben ze besloten weg te gaan? Hoe gaan ze om met het verdriet ten gevolge van hun vertrek? Wat verwachten ze van het nieuwe land en wat hebben ze dit nieuwe land te bieden? Hoe bouwen ze een zinvol bestaan op? Hoe kunnen ze het goede uit hun eigen cultuur behouden en tegelijkertijd openstaan voor de cultuur van het nieuwe land? Denk bijvoorbeeld aan de religieuze vrijheid in Nederland, hoe we omgaan met mensen met een andere seksuele geaardheid of de gelijkheid van mannen en vrouwen. Voor veel nieuwkomers zal dit botsen met hun wereldbeeld en hun religie. Door hun komst naar het nieuwe land worden ze uitgedaagd over dit alles na te denken en verder te groeien.
Migranten in ons land: boontje komt om zijn loontje?
Mensen zijn onder invloed van oorlog, honger, klimaatverandering, bevolkingsgroei of expansiedrift door de eeuwen heen voortdurend naar andere landen getrokken. Neem Amerika: nog maar kort geleden waren de Amerikanen zelf de nieuwkomers en verdreven ze de Indianen. Nu krijgen ze te maken met de komst van nieuwe migranten. Of neem ons eigen koloniale verleden. Wij vestigden ons in diverse landen over de wereld, waar we in de meeste gevallen de oorspronkelijke bevolking en de bodemschatten hebben uitgebuit. En nu komen er mensen uit die en andere landen naar ons land. Boontje komt om zijn loontje? Dat niet. Wel lijkt me dat de huidige migratiebewegingen onderdeel zijn van een oud karmisch patroon. Karma is geen straf, het gaat in dit geval om de door ons allen zelf gekozen les om migratie van beide kanten te ervaren: dus het ene leven als iemand van de oude bevolking die verdreven of onderdrukt wordt en het andere leven als iemand van het nieuwe volk dat het oude volk verdrijft of onderdrukt. In willekeurige volgorde, vaak meermalen herhaald.
Hoe kunnen we uit die karmische lus komen?
Ik hoop van harte dat we als mensheid intussen zo ver ontwikkeld zijn dat migratie niet meer hoeft uit te monden in onderdrukken of onderdrukt worden. Het onderliggende karmisch patroon wordt nu uitgedaagd, onze geestelijke ontwikkeling wordt op de proef gesteld. Wat doen we als sommige nieuwkomers ons onwelwillend tegemoet treden? Vervallen we dan weer in oud gedrag, reageren we boos, beledigd, angstig, defensief of aanvallend? Of zijn we in staat om op andere, meer verheven manieren met migratie om te gaan? Als wij Nederlanders van mening zijn dat we ons (na de koloniale tijd) ver ontwikkeld hebben qua innerlijke beschaving, laten we dat dan vooral ook in ons gedrag tonen. Laat dan maar zien dat wij boven ons ego uit kunnen stijgen, dat wij in staat zijn als eersten de hand toe te reiken en dat we begrijpen dat anderen (net als wij) het niet in een keer goed doen.
Zullen we dan uiteindelijk onze Nederlandse identiteit verliezen?
Nederland bestaat pas sinds 1815. Zo lang is onze identiteit er dus nog niet. Mensen verloren door de eeuwen heen continu hun oude identiteit als volk en kregen een nieuwe (gemengde) identiteit. Dit hoort bij het leven op aarde, bij het continu leren van levenslessen. Het lijkt mij dus niet erg, niet iets om je tegen te verzetten. De hang naar een nationale of culturele identiteit heeft te maken met bij een groter geheel willen horen, een rol vervullen, van waarde zijn en houvast hebben. Dit alles is er al lang, los van je land of cultuur. We horen allemaal bij de menselijke soort, we (onze zielen) hebben allemaal voor een aards leven gekozen om iets te leren. Dat schept toch een band zou ik zeggen! Die Syrische vluchteling hier in het AZC, die leuke Italiaanse die je op vakantie hebt ontmoet, die hardwerkende boer in Bangladesh en jij zelf hebben allen dezelfde achtergrond en dezelfde bestaansreden. De aarde is de school waar wij allemaal les hebben. Iedereen heeft dus evenveel recht om hier te zijn, op welke plek van de aardbol dan ook. We mogen in de hele school komen. En ja, natuurlijk zijn er ‘schoolregels’ nodig om alles in goede banen te leiden.
Dagaz filosofeert…
Het is zeker niet altijd rozengeur en maneschijn als mensen met nieuwkomers in de vorm van vluchtelingen of andere migranten te maken hebben. Niet altijd leuk, maar wel altijd leerzaam. Zo lang we ons voor ogen houden dat het migratievraagstuk er niet zomaar is en we bereid zijn te ontdekken welke lessen er – voor iedereen – onder zitten, komen we een heel eind lijkt me. Dus niet terug naar hoe het vroeger was, maar samen, met open vizier en frisse moed op naar de toekomst! Laten we in gesprek gaan, alles open op tafel leggen, samen sparren over de wederzijdse verschillen en belangen en goede oplossingen zoeken met een gedeeld hoger doel voor ogen. Door de verbinding met de nieuwkomers aan te gaan leren zowel wij als zij. Dat helpt ons allemaal in onze persoonlijke en collectieve groei als mens, dus bij het leren van onze levenslessen en het leven van onze missie
Dagaz, 21 januari 2017
ZijSpreekt
Wil je iets organiseren rondom dit onderwerp? Ik ben beschikbaar voor lezingen en dagvoorzitterschap via ZijSpreekt.
Pingback:Wel of geen kinderen? – Dagaz filosofeert